Eindringlich erzählt Kate Karko über ihr Leben im Land ihrer großen Liebe: Auf einer Indienreise begegnet die englische Studentin Kate Karko dem tibetischen Flüchtling Tsedup. Er tanzt völlig in sich selbst versunken auf einem Fest. Es ist Liebe auf den ersten Blick. Gegen alle Widerstände heiraten die beiden kurz darauf und beschließen, zunächst in London zu leben. Doch Tsedup hat Heimweh. Dennoch sollte es noch Jahre dauern, bis er sein geliebtes Tibet wiedersieht und zusammen mit seiner Namma, seiner Braut, ein außergewöhnliches Leben auf dem Dach der Welt beginnt.
In this extraordinary story of her love and marriage to Tibetan, Tsedup, Kate Karko tells of the plight of the dignified, nomadic Tibetans, and charms the reader with her tale of a girl from the suburbs who went to live in a tent on the roof of the World. Karko was the first western woman to become an Amdo (Tibetan) bride. She was welcomed by the tribes people and learned their culture with humour and a caring devotion. Their relationship with nature, and their religion have struck strong chords in her own life. She writes of their travels and illustrates them with wonderful photographs that she and her husband have taken. This is a story that will engage anyone who is interested in travel and adventure and in the lives of others civilisations who have remained unchanged for centuries.
Op de achterflap: "Wij ontmoetten elkaar in de schaduw van de Himalaya. In een plaatsje waar de apen over de golfijzeren daken renden en vliegende eekhoorns van de ene grove den naar de andere sprongen. Waar het geloei van de hoorns van de kloostermonniken de zomerse stilte verscheurde en de gletsjers als diamanten schitterden. Kate Karko ontmoet de Tibetaan Tsedup tijdens een vakantie in Noord_India, waar hij in ballingschap leeft. Ze worden verliefd, trouwen en gaan in Engeland wonen. Na negen jaar heimwee krijgt Tsedup eindelijk toestemming van de autoriteiten om zijn familie te bezoeken. Kate zegt haar baan op en gaat leven in een tent op 'het dak van de wereld'. Ze wordt hartelijk verwelkomd als stamlid, krijgt de naam 'Namma', wat bruid betekent en woont te midden van de nomaden op de glooiende graslanden van Amdo, in het afgelegen oosten van de Tibetaanse hoogvlakte. Iedere ochtend wast Kate zich in het ijzige rivierwater, melkt haar eigen yak en verzamelt mest. Ze observeert oeroude sjamanistische rituelen en boeddhistische religieuze praktijken? Gebrek aan privacy en de enorme culturele verschillen leiden vaak tot een botsing met Kates eigen identiteit. Maar ze vindt troost bij Tsedup en in de wetenschap dat haar nomadenfamilie haar volledig accepteert. NAMMA is het intieme portret van een blanke westerse nomadenbruid. Prachtig geschreven, met openheid en respect voor een andere manier van leven. Een fascinerend reisverhaal, maar vooral een liefdesverhaal van onze tijd. Met 16 bladzijden kleurenfoto's. Kate Karko studeerde culturele anthropologie in Porthsmouth. Ze schrijft en ontwerpt voor tijdschriften en woont momenteel met haar man en zoon in Londen."
