Diese Reihe folgt einem unkonventionellen Detektiv, der sich mit seiner Vergangenheit als Nazi-Staatsanwalt auseinandersetzt. In seinen späteren Jahren bemüht er sich, seine vergangenen Fehler wiedergutzumachen und sich seinem dunklen Erbe zu stellen. Die Verfolgung seiner Fälle als Privatdetektiv bietet einen fesselnden Einblick in persönliche Erlösung und die Suche nach Gerechtigkeit in herausfordernden Zeiten.
Privatdetektiv Gerhard Selb, 68, wird von einem Chemiekonzern beauftragt, einem Hacker das Handwerk zu legen, der das werkseigene Computersystem durcheinanderbringt. Bei der Lösung des Falles wird er mit seiner eigenen Vergangenheit als junger, schneidiger Nazi-Anwalt konfrontiert und findet für die Ahndung zweier Morde, deren argloses Werkzeug er war, eine eigenwillige Lösung.
Selb lebt in Mannheim. Er hat eine Vergangenheit als NaziStaatsanwalt, eine Gegenwart als Privatdetektiv und weiß nicht, ob er mit fast 70 Jahren noch eine Zukunft hat. Er raucht. Er hat eine Freundin, Brigitte, und einen Kater, Turbo. Er spielt Schach. Aber er löst seine Fälle nicht wie Schachprobleme. Er verstrickt sich in sie, und die Wahrheit, die er herausfindet, ist stets auch eine Wahrheit über ihn selbst.
Ein Auftrag, der den Auftraggeber eigentlich nicht interessieren kann. Der auch Selb im Grunde nicht interessiert und in den er sich doch immer tiefer verstrickt. Merkwürdige Dinge ereignen sich in einer alteingesessenen Schwetzinger Privatbank. Die Spur des Geldes führt Selb in den Osten, nach Cottbus, in die Niederlagen der Nachwendezeit. Ein Kriminalroman über ein Kapitel aus der jüngsten deutsch-deutschen Vergangenheit.
Er kann zuhören und hinschauen. Er hat eine Vergangenheit als Nazi-Staatsanwalt. Er hat die Fehler der Vergangenheit nur allmählich begriffen, dann aber richtig. Gerhard Selb – ein unkonventioneller und widersprüchlicher Detektiv.
Hij eet graag kersentaart met slagroom en steekt daarna met evenveel genoegen een Sweet Afton op. Gerhard Selb, zestig jaar, privé-detective, schaker, kattenvriend, heeft zo zijn gewoonten – en waarom ook niet. Alles om hem heen verandert in een ras tempo en hij vreest de naderende ouderdom. Drie, vier opdrachten per jaar is alles wat er voor hem nog inzit. Na de oorlog wil niemand meer iets met hem, de ex-nazi-jurist Selb, te maken hebben, maar tegen de tijd dat de nazi-rechters weer op hun oude pluche terugkeren, wil hij op zijn beurt niets meer van zijn vroegere collega's weten. Niettemin lijkt het telkens weer alsof hij niet genoeg geboet heeft voor zijn oude zonden: zijn verleden blijft hem bij elke zaak achtervolgen, bij een aanslag door anarcho-terroristen, bij een milieuschandaal, bij het faillissement van een bekende bank. Een oudere heer, Gerhard Selb, wordt in zijn bescheiden carrière als privé-detective telkens weer geconfronteerd met het verleden van zijn land – een personage zoals alleen Bernhard Schlink beschrijven kan. De drie romans die hij aan Selb wijdt, schetsen een indringend beeld van vijftig jaar geschiedenis, de moeilijke naoorlogse jaren, de wederopbouw, het optimistische 'vooruit', de tegenslagen. Bij elke nieuwe zaak die Selb moet oplossen, blijven de oude kwesties spelen, de vragen naar schuld en boete, rouw en vergeving.