Wij zijn wegwerpkinderen
- 180 Seiten
- 7 Lesestunden
Thea Beckman war eine von Geschichte faszinierte Autorin, die sich mit ihren Büchern für junge Leser einen Namen machte. Ihre Werke schöpften aus vielen historischen Epochen und erweckten diese auf fesselnde Weise zum Leben. Mit ihrem einzigartigen Stil und ihrem tiefen Interesse an der Vergangenheit wurde sie zu einer der beliebtesten Autorinnen ihres Genres in den Niederlanden. Ihre Geschichten erforschen oft das Leben und die Ereignisse der Vergangenheit und machen historische Epochen für die Leser zugänglich.







1712. Saartje Tadema is zeven jaar als haar moeder sterft. Haar vader, meestertimmerman op de werf van de Verenigde Oostindische Compagnie te Amsterdam, was al eerder door een ongeluk om het leven gekomen. Samen met haar broer komt ze terecht in het Burgerweeshuis aan de Kalverstraat. Saartje is een vroegwijs kind, intelligent en leergierig. Op school krijgt ze nauwelijks de mogelijkheid om iets anders te leren dan lezen en schrijven, maar interessante boeken zijn er niet. Keer op keer wordt haar verteld dat weeskinderen vooral dankbaar en gehoorzaam moeten zijn, en dat zijn niet bepaald Saartjes sterke kanten: men vindt haar een trots, hoogmoedig kind. Zo worstelt ze zich door een aantal moeilijke jaren heen, reikhalzend uitziend naar het moment dat ze het weeshuis kan verlaten. Als ze even weg mag voor een boodschap, grijpt ze haar kans: ze weet een baantje als dienstmeisje te versieren in de 'Herberg-op-het-IJ', een stadsherberg waar veel varensvolk komt en waar een heleboel te beleven is. Maar een vrije, zelfstandige vrouw is ze nog steeds niet.
Troekel is een klein mannetje. Zijn kat is gestolen door een prins met vier armen. Juultje wil Troekel helpen zoeken. Daarbij beleven ze spannende avonturen. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
Acht Jahrhunderte nach dem Dritten Weltkrieg, im Jahr 2800, ereignet sich eine verheerende Atomkatastrophe. Die Erdachse verschiebt sich, und große Teile der Erde werden unbewohnbar. Doch in Thule, dem ehemaligen Grönland, überlebt ein ganz besonderes Volk. Die Regierung liegt in den Händen eines Frauenrates und der "Konega". Christian, der einzige Sohn der Konega, kommt mit den Regeln der Frauengesellschaft in Konflikt. Er liebt nämlich Thura, ein Mädchen aus dem einfachen Volk, doch diese Liebe ist ihm verboten. Christian will sich dem Verbot nicht beugen. Er ist entschlossen, um seine Liebe zu kämpfen.
Angeführt von falschen Mönchen und einem selbsternannten Führer ziehen achttausend Kinder von Köln nach Genua, mit dem Ziel, Jerusalem von den Sarazenen zu befreien. Rolf Wega, ein 14-jähriger Junge aus Amsterdam, erlebt das Mittelalter 'hautnah', als er durch eine Zeitmaschine mitten ins Jahr 1212 versetzt wird. Er zieht mit den Kindern, lernt ihr Leben zu teilen, erlebt, wie sie, den Unbilden der Witterung preisgegeben, Hunger und Durst leiden, von Krankheiten heimgesucht werden, Kämpfe mit wilden Tieren und Raubrittern bestehen, er lernt ihre Tapferkeit, Treue, ihr Gottvertrauen und auch ihre Grausamkeit kennen. Und er wird Zeuge, wie sie sich immer weiterschleppen, allen Schwierigkeiten zum Trotz, nur von einem Traum vorangetrieben: dem Bild der weißen Stadt, in der die Sonne nie untergeht und ewiger Friede herrscht …
Rudolf Wega belandt door een tijdmachine plotseling in de kinderkruistocht van 1212. Omdat hij niet meer terug kan naar de 20e eeuw, besluit hij ongeveer 8000 kinderen te volgen op hun gevaarlijke tocht over de Alpen naar Genua, waar een wonder zal gebeuren.
Dolf Wega belandt door een tijdmachine plotseling in de kinderkruistocht van 1212. Omdat hij niet meer terug kan naar de 20e eeuw , besluit hij ongeveer 8000 kinderen te volgen op hun gevaarlijke tocht over de Alpen naar Genua, waar een wonder zal gebeuren.
Kampen, 1470. Als Tieske, de hond van Alijt Kuinretorf, de zoon van schepen Van den Vene in zijn arm bijt, wordt de hond door de schepenbank voor straf op bedevaart gestuurd. Tieske moet naar een heilige boom in het Oversticht en Alijt zal hem begeleiden.Alijts vader vindt zijn dochter echter te jong om alleen op reis te gaan en daarom vraagt hij een Portugese koopman, die dezelfde kant op moet, om zijn dochter onder zijn hoede te nemen.De koopman is niet alleen; hij heeft Danga bij zich, een negerslaafje aan een ketting. De meeste mensen hebben nog nooit iemand meteen donkere huid gezien en denken dat hij de duivel zelf is. Maar Alijt is niet bang voor hem en ze sluit vriendschap met Danga.Als het gezelschap na een lange reis aankomt in Frieswijck, gebeurt er iets wonderbaarlijks. Op het moment dat iedereen geknield bij de heilige boom zit, valt plotseling Danga’s ketting af. Een wonder? Alijt weet er meer van, maar zwijgt. Het belangrijkste is dat Danga weer vrij is.
Jiri, ein junger Burgunder, nimmt als Waffenschmied am zweiten Kreuzzug teil, weil er sich nach einer Prophezeihung berufen fühlt, den mächtigen Nur Ad Din zu besiegen und den goldenen Dolch zu erobern. SW: Kreuzzüge